ik doe er niet toe

Deze woorden, hoe pijnlijk ook, zijn iets wat veel mensen wel eens hebben gedacht of gevoeld. Het gevoel hebben dat je niet belangrijk bent, dat jouw aanwezigheid er niet toe doet en dat je er eigenlijk niet toe doet. Ik kom het in mijn praktijk veel tegen, en deze overtuiging is vaak taai en hardnekkig. Het kan een gevoel van eenzaamheid en neerslachtigheid veroorzaken, soms leidt het ook tot boosheid, en het kan moeilijk zijn om hiermee om te gaan.

Maar laten we hier eens bij stilstaan. Is het echt waar dat je er niet toe doet? Nee, natuurlijk niet! Je hoofd weet dat heus wel, dat je er wél toe doet! Je begrijpt vaak wel dat jouw gevoelens en gedachten evenveel waard zijn als die van een andere persoon. Dat ieder mens zijn eigen persoonlijkheid, talenten en mening heeft en mag hebben. Dat deze jou juist belangrijk en waardevol maken! Rationeel is het vaak wel duidelijk dat dit stemmetje nergens op slaat. Maar waarom voel je het dan soms zo anders? Waarom voelt het dan alsof je er niet toe doet? Waarom kom je er maar niet tussen als je iets wilt zeggen? Waarom word jij nooit gekozen? Waarom wil je jezelf zo bewijzen, ben je zo hard aan het werk om toch gezien te worden?  

Er wordt vaak van alles aangeboden als tips om dit gevoel van ‘ik doe er niet toe’ te bestrijden. Goedbedoelde tips als: ‘Praat met jezelf zoals je dat met een goede vriend zou doen, en wees vriendelijk en begripvol voor jezelf.’, of ‘Richt je energie op activiteiten en mensen die je gelukkig maken en die jouw gevoel van eigenwaarde versterken.’ En natuurlijk kan dit helpen. Of door erover te praten met anderen. Toch blijven dit vaak korte termijn oplossingen. Het helpt even en dan komt het toch weer terug. Strijden, bestrijden, er tegen vechten, kost energie. Daarnaast is het iedere keer als je ertegen strijd, een strijd tegen jezelf, zeg je eigenlijk ‘nee’ of ‘je doet het niet goed’ tegen jezelf.

Daarom is het zo belangrijk om daarnaast ook te kijken waardoor dit gevoel wordt veroorzaakt. Meestal heeft dit te maken met een overtuiging die je als kind al hebt geleerd. Bijvoorbeeld omdat je als jongste in een groot gezin bent opgegroeid, omdat je vader geen tijd voor je had vanwege zijn drukke bedrijf, of omdat je hebt geleerd je ouders niet tegen te spreken. Je leert als kind je dan stil te houden, of je gaat juist schreeuwen om wel aandacht te krijgen, of je gaat je terugtrekken op je kamer, want wat je doet helpt toch niet. Allemaal logische keuzes die kinderen op dat moment maken, bijvoorbeeld om zichzelf te beschermen of te behoeden voor nog meer teleurstelling, die op dat moment leiden tot de overtuiging dat je er niet toe doet, maar die in de volwassenheid niet meer functioneel zijn.

Het is daarom belangrijk om ook naar het innerlijk kind in jou te kijken, en die weer te omarmen, een veilig en warm plekje te geven, en het gevoel te geven dat hij/zij er wel toe doet. Als we dit in een regressiesessie doen, eerst de oude pijn, verdriet doorleven, en dan het kind weer een veilige plek geven, ontstaat er vaak na de sessie direct opluchting, warmte en blijdschap. Eindelijk het gevoel weer hebben dat je er wel toe doet! Jouw aanwezigheid, jouw mening en jouw gevoelens zijn waardevol. Hoe mooi is dat!

En als je dat weer kunt voelen zul je in situaties waar in eerste instantie dit gevoel van vroeger weer bovenkomt, hierin minder geraakt worden, en een andere strategie toepassen dan verstoppen, mond houden, schreeuwen of terugtrekken. Dan kun je vanuit jouw kracht, zijn en jouw essentie reageren, in plaats van uit oud verdriet of oude pijn. Hoe mooi is dat!

Plaats een reactie


Spreekt bovenstaande je aan, of heb je vragen neem gerust contact op!